Dat bestond vroeger in ieder geval wel en wie weet, tegenwoordig misschien ook nog.Maar kon je dit wel vakantie noemen?In de 50-er jaren was het heel normaal dat de wijkzuster op bezoek kwam en met name in grotere gezinnen. Ze had dan een gesprek met de ouders en ze observeerde tevens de aanwezige kinderen (die de leeftijd hadden tussen de 4 en twaalf jaar, die er rond liepen) of er misschien eentje tussen zat die een paar weekjes extra vakantie kon gebruiken. Vooral op de bleekneuzen en de slechte eters had ze het gemunt, die konden hiervoor in aanmerking komen.Deze extra vakantie hield echter in, dat je 6 weken (bij uitzondering werd het verlengd tot 12 weken) mocht logeren in een kinderkoloniehuis om daar zogenaamd aan te sterken. Dus vooral goed leren eten en in kilootjes aankomen, een hoogtezonkuur ondergaan en verder kwamen er toch ook leuke dingen bij te pas zoals knutselen, spellen doen, wandelen. Maar wel vrij van school, dus je had eigenlijk toch vakantie.Bij ons thuis zijn Henk, ikzelf (Riny) Ad, Thea en Bep ook aan de beurt geweest. Henk, de oudste is als eerste van ons gezin geweest, schijnbaar samen met Jan van snijder Pierre Kierkels uit Heythuysen. Henk weet nog te vertellen dat hij door mam en de moeder van Jan Kierkels met de trein erheen zijn gereisd. Dit was de 1e treinrit van zijn leven, een wereldreis die overigens niet zo heel lang duurde. Jan Kierkels had er helemaal geen zin in en wilde meteen naar huis toen hij daar aankwam. Twee nonnen hielden hem stevig vast. Uit protest zette hij zijn tanden in de arm van een van die nonnen. De afdrukken hiervan, schenen 6 weken erna nog te zien zijn geweest. Toch wel zielig! Ook herinnert Henk zich de levertraan die hij elke dag over zijn tong kreeg. En dat hij onder de douche moest. Thuis hadden we zo 'n ding nog niet, wij hadden alleen maar een zinken teil om je in te wassen.Ik weet me nog te herinneren, de dag dat ik samen met Ad (vaak werden er twee tegelijk uit een gezin aangewezen) en nog vele andere kinderen uit de regio die er naar toe gingen. Met koffer gevuld met de nodige kleren, die voorzien waren met het verplichte naamkaartje, stonden we gereed toen de taxi ons kwam ophalen om ons naar het koloniehuis -Overbunde- te brengen gelegen te Bunde. Daar aangekomen stond een non ons al op te wachten. En om ons een beetje op gemak te stellen werd ons eerst een kopje thee met een plak peperkoek aangeboden. Vervolgens kregen we een rondgang door het gebouw en zo kwamen we ook terecht bij het slaapgedeelte. In de grote meisjesslaapzaal stonden de bedden in rijen naast elkaar en er was dus ook eentje voor mij geserveerd. Waar men niet aan gedacht had, was aan mijn lengte. Ik zag meteen dat het een te klein bed was, wat ze me aanwezen. En hierin zou ik dus 6 weken lang mijn nachtrust moeten doorbrengen. Nee dat kon echt niet vond ik, maar voor een nacht moest het toch geen probleem zijn? werd me gevraagd. Oke, het was een noodoplossing. Maar wat voelde ik me ongelukkig. Met mijn knie-en opgetrokken lag ik daar onder de dekens, in dat veel te kleine bed naar het plafond te staren. Was dit nou vakantie? Ik wilde ook niets liever, net als die Jan Kierkels toen, meteen naar huis en dan maar geen vakantie.
's Morgens werden we in alle vroegte gewekt, wassen, tanden poetsen en in rijen van twee naar de kapel. Lopend door de gangen van het tehuis rook je de havermoutpap al, die ergens in een keuken stond te pruttelen en die je later in de eetzaal op je bord aantrof. In pap maken waren ze daar goed in. Bijna kokhalzend kreeg ik de dikke brij naar binnengewerkt. Ja, goed eten was wel heel belangrijk en vooral die pap. Die had je nodig om aan te sterken werd ons verteld en als je dan toevallig van de pap hield, had je geluk, was dat niet het geval, dan was -het pap eten- een ware ramp.Een paar keer per week, weet Henk zich ook te herinneren, moesten we in groepjes onder de hoogtezon, dat was ergens op de benedenverdieping. Ik zie die ruimte nog voor me. Onderwijl het zonnelicht op je blote bovenlijf scheen, mocht ieder kind om de beurt een lied zingen, een soort afleiding dus, anders zou natuurlijk de verveling toeslaan. Je zat daar netjes stil op een stoeltje met een donkere bril op je neus, je zag geen snars en wachtte geduldig dan wel ongeduldig op het sein dat je weer van dat stoeltje afmocht en je kon aankleden.
Verder hielden we ons bezig met wandelen in de mooie tuinen van het tehuis en de daar achterliggende bossen. Henk is er nog niet zolang geleden geweest. Volgens hem is alles nog intact en is alleen de kerktoren gesloopt.Henk, Thea en ik zijn er 6 weken geweest, wij hadden blijkbaar het streefgewicht gehaald, maar Ad en Bep moesten nog 6 weken langer blijven, keken waarschijnlijk nog te bleekjes. Ze kwamen wel Hooglandssprekend terug. Zo hebben vele kinderen in die tijd van een -extra- vakantie mogen genieten, maar was dat wel genieten. Het moest wel ergens goed voor zijn geweest. Geen bleekneuzen meer en een paar kilootjes erbij. Henk heeft die Jan Kierkels pasgeleden nog ontmoet en deze oude herinneringen opgehaald. Jan wist het ook nog allemaal.