Iedere woensdagmorgen gaan we in alle vroegte naar Neer. Ik ga werken op de Kwir en Hennie gaat bij Guido en Yvonne oppas spelen. om kwart over zeven komen we aan en ik blijf tot kwart voor acht samen met Anne gezellig op de bank zitten.
.
Iedere maand gaan Hennie en ik met de trein een dagtrip maken. Meestal op zaterdag, dat is de enige vrije dag die we hebben op dit ogenblik. We maken gebruik van de voordeelurenkaart van de NS. Je hebt dan 40 procent korting op een treinreis en tevens 7 gratis reisdagen verdeeld over 1 jaar.
.
In de eerste alinea staat Anne op van de bank en loopt naar de trap om boven een Dora-boek te gaan halen. Hennie loopt haar na en zegt: Anne, val niet van de trap.
In de tweede alinea komen we na een reisje naar Zeeland , op het perron in Weert aan. Hennie komt achter me aan en zegt: Har, val niet van de trap!
Deze foto vertelt hetzelfde verhaal. Twee mensen in een rijdende stoel. De foto is gemaakt in 1999. Moeder was toen in het verzorgingstehuis in Horn. De twee hoofdpersonen hebben elkaar bij het handje vast.
Ze kunnen beide niet lopen; Mam kan 't niet meer en Erik nog niet. Ze zijn beiden niet zindelijk; Mam niet meer en Erik nog niet. Erik begint aan zijn leven, Mam is hier een maand van haar einde verwijderd.
Erik is in zijn nopjes en Mam zegt steeds maar weer: Waat ein net menke! Waat ein net menke! De oude hand van Mam houdt hier het handje van haar eerste achterkleinkind vast.
En nu de vergelijking van Anne met mij. Ik word onzekerder. Ik hou me aan de leuning vast en kijk waar ik mijn voeten zet. Anne wordt steeds zekerder van zichzelf. Ook hier zie je een opbouw en een afbouw. Maar .... zo is het leven!
Har